Laarbeekbos

Een mooi voorbeeld van beboste ruimte in Brussel
Jette
koele zone natura 2000

Over deze groene ruimte

Het Laarbeekbos vormt een eiland vol uitzonderlijke biodiversiteit. Het maakt deel uit van de speciale beschermingszones ‘Natura 2000’ en zijn renovatie wil het behoud van de ecologische kwaliteit aan een belangrijke recreatieve functie koppelen.

Het verleden van het Laarbeekbos is rechtstreeks verbonden met de geschiedenis van de abdij van Dielegem die in de 11de eeuw werd gesticht.

Net zoals het Zoniënwoud biedt de site plaats aan een belangrijk beukenbos. Een bosvijver, waar één van de drie beken van het bos ontspringt, strekt zich uit over een lengte van een dertigtal meter.

Praktische informatie

Openingsuren

Toegankelijk voor het publiek

Als open ruimte is de site altijd toegankelijk voor het publiek, behalve bij sterke wind.

Regelmatige aanwezigheid van boswachters en opzichters.

Het bos valt onder het boswetboek. Enkel voetgangers en fietsers mogen zich in het bos verplaatsen en alleen op de daarvoor bestemde paden. Honden moeten aangelijnd zijn.

Een vraag of een probleem?

Ingangen

Het Laarbeekbos ligt in Jette. Ten noorden ervan loopt een weg parallel met de Brusselse Ring (Schapenweg), ten oosten liggen de gebouwen van het universitaire ziekenhuis UZ-VUB en ten zuiden de derde fase van het Koning Boudewijnpark. De ingangen liggen aan de Laarbeeklaan, de Bosstraat (die het Koning Boudewijnpark doorkruist) en de Schapenweg.

 

Inrichtingen

  • Toegang voor personen met een beperkte mobiliteit
  • Picknicktafel

Een open schuilplaats rechts van de hoofddreef, picknicktafels, zitbanken, vuilnisbakken, informatieborden. Honden moeten altijd aan de leiband blijven.

Natuur

Vanuit biologisch en geomorfologisch standpunt is het Laarbeekbos een uitzonderlijk gebied omdat plantengroei en flora er heel sterk verbonden zijn met de bodem- en reliëftypes.

Het meest merkwaardige aspect van het Laarbeekbos is de spectaculaire bloei van onderhoutplanten in de lente: vlekken daslook in het essenbos, bosanemonen tussen de beuken in de zones die niet volop in de schaduw liggen, en hier en daar ook boshyacinten. In de kalkrijke gebieden en in de essenbosjes bloeien behalve daslook en anemonen ook meiklokjes, dotterbloem, speenkruid, viooltjes, zenegroen,
pinksterbloem, valeriaan, moeraswilgenroosje, kattenstaart, bossleutelbloem, penningkruid, enz.

Een ander speciaal kenmerk van dit bos? De hoogstammen en het onderhout laten relatief veel licht door, en dat geeft belangrijke en mooie variaties in de lichtsterkte.

Omdat er veel oude bomen zijn met holle ruimten, leven er in Laarbeek relatief veel vogelsoorten die hun nesten in boomholten bouwen: groene en bonte specht, houtduif, koolmees, kerkkauw, enz. Ook heel wat parkieten nesten in het bos.

Het Laarbeekbos is samen met de groene ruimten in de omgeving (Poelbos, Dielegembos, de moerassen van Jette en Ganshoren en het Koning Boudewijnpark) erkend als een speciale beschermingszone Natura 2000. Het geheel vormt een essentieel voedingsgebied voor de verschillende soorten vleermuizen, zoals de grootoorvleermuis en de mopsvleermuis (barbastella).

Fauna

heggenmus
vuurjuffer
boomblauwtje
distelvlinder
grote gele kwikstaart
canadese gans
goudvink
buizerd
wilde eend
mandarijneend
landkaartje
putter
witgat
kauw
bosuil
citroenvlinder
roek
zwarte kraai
ringslang
gewone pad
krasser
knobbelzwaan
sperwer
spreeuw
fazant
boomvalk
slechtvalk
zwartkop
braamsluiper
grasmus
meerkoet
waterhoen
gaai
zilvermeeuw
aalscholver
koninginnenpage, koninginnepage
grote groene sabelsprinkhaan
bruine kikker
boomkruiper
kramsvogel
koperwiek
zanglijster
gewone meikever, mulder
blauwe reiger
huiszwaluw
boerenzwaluw
platbuik
ijsvogel
merel
staartmees
pimpelmees
koolmees
kokmeeuw
rosse vleermuis
gewone grootoorvleermuis, bruine grootoorvleermuis
nijlgans
dagpauwoog
halsbandparkiet
kleine vos
grote bonte specht
groene specht
ekster
klein koolwitje
klein geaderd witje
houtduif
vink
keep
ruige dwergvleermuis
gewone dwergvleermuis
fitis
tjiftjaf
vuurgoudhaan
goudhaan
roodborst
bosrietzanger
boomsprinkhaan
laatvlieger
boomklever
bruinrode heidelibel
bergeend
sijs
bont zandoogje
turkse tortel
alpenwatersalamander
winterkoning
groenling
atalanta

Flora

daslook
look-zonder-look
bosanemoon
bijvoet
tweestijlige meidoorn
eenstijlige meidoorn
zwarte els
gewone berenklauw
ruig klokje
pinksterbloem
fluitenkruid
gewone vogelkers
zoete kers
amerikaanse vogelkers
haagbeuk
wilde kamperfoelie
groot heksenkruid
moesdistel
spaanse aak
noorse esdoorn
gewone esdoorn
koninginnenkruid
adelaarsvaren
es
wilde kardinaalsmuts
gevlekte aronskelk
beuk
hulst
gele lis
hondsdraf
eenbloemig parelgras
watermunt
hazelaar
gladde iep
zevenblad
slanke sleutelbloem
kruipende boterbloem
riet
heelkruid
boswilg
gewone salomonszegel
wilde lijsterbes
tijmereprijs

Geschiedenis

Het verleden van het Laarbeekbos is, net zoals dat van het aangrenzende Dielegem- en Poelbos, rechtstreeks verbonden met de geschiedenis van de abdij van Dielegem die in de elfde eeuw werd gesticht.

Om de abdij te bouwen en ze later te vergroten, openden de monniken een broksteengroeve (Bavegemse kalksteen) op een plaats met de naam ‘het laar’, een ander woord voor ‘ontgonnen terrein’. De stene werden gebruikt bij de constructie van een aantal belangrijke gebouwen, zoals de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Mechelen, een deel van de Sint-Michielskathedraal in Brussel, enz.

De steengroeve werd tegen het einde van de vijftiende eeuw opgegeven. Bronnen in de buurt zorgden constant voor overstromingen en zo kwam er een einde aan de moeilijke ontginning. Om toch nog rendement te halen uit het verlaten terrein, beslisten de monniken om er een bos aan te leggen.

Rond 1600 strekte het ‘Laerbeekbosch’ zich uit over een oppervlakte van ongeveer 5 hectare. Toen de goederen van de abdij na de Franse revolutie in handen kwamen van de staat, telde het bos meer dan 100 hectare en strekte het zich uit tot aan de Molenbeek.

Het bos werd na de ontmanteling van de abdij een prooi voor speculanten en kende tussen 1796 en 1962 een hele reeks eigenaars. Die kapten heel wat bomen en verkleinden zo de oppervlakte met bijna twee derde.

Een van de eigenaars, advocaat Eugène Van den Elschen, liet in 1908 het paviljoen in Normandische stijl bouwen. Vandaag is het een restaurant en maakt het deel uit van de derde fase van het Koning Boudewijnpark.

Na een beslissing van de rechtbank naar aanleiding van een verkavelingsproject, werd de gemeente Jette in 1962 eigenaar van het gebied en de Normandische chalet.

Vijftien jaar later verkocht de gemeente het bos aan de Belgische staat die het beheer toevertrouwde aan de Dienst Waters en Bossen van het ministerie voor Landbouw.

Na de regionalisering nam Leefmilieu Brussel die rol over.

Patrimonium

Beeldhouwwerk

Gedenkteken voor Jan Verdoodt (1982)

Dit gedenkteken voor de figuratieve schilder Jan Verdoodt (1908 – 1980) kreeg in 1982 een plaatsje aan de ingang van het Laarbeekbos. Deze kunstenaar sluit aan bij het surrealisme en schilderde graag de natuur, die hij koppelde aan het menselijke lichaam – vooral dat van de vrouw. Het bos heeft ook een dreef die naar hem werd genoemd.

Praktische informatie

Openingsuren

Toegankelijk voor het publiek

Als open ruimte is de site altijd toegankelijk voor het publiek, behalve bij sterke wind.

Regelmatige aanwezigheid van boswachters en opzichters.

Het bos valt onder het boswetboek. Enkel voetgangers en fietsers mogen zich in het bos verplaatsen en alleen op de daarvoor bestemde paden. Honden moeten aangelijnd zijn.

Een vraag of een probleem?

Ingangen

Het Laarbeekbos ligt in Jette. Ten noorden ervan loopt een weg parallel met de Brusselse Ring (Schapenweg), ten oosten liggen de gebouwen van het universitaire ziekenhuis UZ-VUB en ten zuiden de derde fase van het Koning Boudewijnpark. De ingangen liggen aan de Laarbeeklaan, de Bosstraat (die het Koning Boudewijnpark doorkruist) en de Schapenweg.

 

Andere groene ruimten in de buurt